19 september 2022
Regels instellen voor politieke integriteit blijft onherroepelijk relevant nu slechts een krappe meerderheid vertrouwen heeft in de overheid, stellen Pieter Omtzigt en Laurens Dassen.
49 procent van de Nederlanders is na ruim een jaar Rutte-IV van mening dat het de verkeerde kant op gaat in Nederland. De helft heeft geen vertrouwen in haar regering.
De cijfers uit het vorige week verschenen burgerperspectievenrapport van het Sociaal Cultureel Planbureau liegen er niet om: naast een stikstof-, klimaat- en energie, koopkracht- en opvangcrisis, kampen we met een bestuurlijke crisis. Wantrouwen in de overheid is een wezenlijk gevaar voor de representatieve democratie en rechtsstaat en verdient daarom onverminderd onze aandacht. Komende week heeft de Kamer de kans om in te stemmen met maatregelen die het vertrouwen van burgers in haar overheid vergroten. Daar hebben burgers het volste recht op. En ook bewindspersonen verdienen duidelijke kaders ter bescherming van hun persoon.
De afgelopen jaren zagen we dat tal van incidenten de bestuurlijke crisis verdiepten. Zo maakte Cora van Nieuwenhuizen de overstap van minister naar lobbyist voor de energiesector. Terwijl die overstap al beklonken was, nam ze nog steeds deel aan de ministerraden waar het kabinet besloot om honderden miljoenen extra aan de energiesector te besteden.
NRC legde dit jaar nog bloot dat de NAM, verantwoordelijk voor de gasboringen in Groningen, al in een vroeg stadium de vinger in de pap bleek te hebben bij de besluitvorming rondom het al dan niet dichtdraaien van de gaskraan. Shell, ExxonMobil en de NAM oefenden invloed uit op het kabinetsbesluit en de gaskraan ging zelfs verder open na de aardbeving in 2012.
De ongelijke toegang tot de besluitvorming zorgde dat belangen niet juist tegen elkaar werden afgewogen. Door het ontbreken van een lobbyregister is het vaak mistig met wie de bewindspersonen op welke momenten spreken in het besluitvormingsproces. Dat terwijl ministers bijzonder grote toegang tot informatie en een groot netwerk hebben. Daar moeten ze zorgvuldig mee omgaan, want ze dienen het publieke belang. Een overstap naar een lobbyorganisatie, voor wie deze informatie en dit netwerk waardevol is, is zeer ongewenst. Het roept de schijn van belangenverstrengeling op, en schaadt het vertrouwen van mensen in bestuurders.
Door gebrek aan afdwingbare regelgeving blijkt de overheid kwetsbaar voor (verborgen) corruptie, belangenverstrengeling en integriteitsproblemen. Volt en Groep Omtzigt pleiten voor een wettelijk geregelde gedragscode en de waarborging en handhaving van integer gedrag door een toezichtautoriteit. Daarbij moet er een adviescommissie komen waar bewindspersonen advies kunnen inwinnen over moeilijke integriteitsvraagstukken. Daarnaast pleiten wij voor transparantie ten aanzien van besluitvorming door middel van een wettelijk verplicht, openbaar en online toegankelijk registratiesysteem voor lobbyisten. En uit dienst tredende bewindspersonen dienen zich aan een afkoelperiode te houden.
Om het vertrouwen terug te winnen, hebben we een betrouwbare overheid nodig. Duidelijke, afdwingbare regels helpen in belangrijke mate de integriteit van bewindspersonen te versterken. Dit vraagt ook wat van het Haagse: mildheid, nuance en het creƫren van een cultuur waarin ruimte is voor vallen en opstaan. Een helder kader en een cultuuromslag kunnen ons allemaal vooruithelpen.